Het is in de jaren `60 dat Jean-Pierre Gorin debuteert in de cinema, na te hebben meegewerkt aan verscheidene kritische geëngageerde tijdschriften en aan de literatuurbijlage van "Le Monde". In 1968 richt hij samen met Jean-Luc Godard de groep Dziga Vertov op, die tot doel heeft de realisatie en productie van films met een gepolitiseerd uitgangspunt (en niet enkel politieke films, benadrukt hij zelf.). Samen maken ze vijf films (waarvan de meest gekende "Tout va bien" is), cinematografische ervaringen die tot op de dag van vandaag relevant zijn zowel vanuit het standpunt van een heronderzoek van cinematografische taal als dat van zijn ideologische implicaties. Na de ontbinding van de groep Dziga Vertov verlaat Jean-Pierre Gorin Frankrijk om zich te vestigen in de V.S. waar hij sinds 1975 film onderwijst aan de universiteit van San Diego. Parallel hiermee zet hij zijn activiteiten als cineast verder. Zijn zoektocht naar mogelijke en potentiële narratieve vormen komt ook tot uiting in zijn werk als documentairemaker. Die narratieve vormen zijn vaak verbonden met nieuwe vormen van taal, hoe veelvormig deze laatsten ook kunnen zijn.