*Een seizoenarbeider uit Seoul is verslaafd aan gokken. Hij probeert zijn ouders terug te vinden die hem in de steek lieten. Een jongeman, een verleidelijke gigolo, vecht tegen aids. Een oude dame, groentenverkoopster, wil van haar overleden echtgenoot scheiden en zoekt naar de man van haar dromen. Een andere, jongere vrouw, troost de ziel van haar gesneuvelde zoon door exorcisme op zijn graf te laten uitvoeren. En een adolescente wil komaf maken met haar ongewenste gelaat door middel van plastische chirurgie.
Voor deze personages van diverse pluimage, eigenlijk afkomstig uit twee bescheiden families, is de geciviliseerde, ultra ontwikkelde wereld een vreemde plek. Omdat ze er zich niet thuis voelen, verlaten ze het leven op aarde en willen ze naar Mars emigreren. Maar voordat ze vertrekken, gaan ze hun verlangens vervullen. In de krottenwijken van de grote steden en op het platteland er omheen, leren deze outcasts een soort van geluk kennen.*
Waarschijnlijk werd Zuid-Korea nooit eerder zo goed afgebeeld als in "Majimak babsang" ("Het laatste avondmaal"), surfend op het Noordamerikaanse consumptiemodel, wreed symbool van het kapitalisme van vandaag. Illusieloos overweegt de regisseur, net zoals de personages van zijn film, om naar Mars te vertrekken, omdat de mensheid volgens hem niet in de juiste richting evolueert. Alle menselijke daden veroorzaken alleen maar een achteruitgang, zegt hij. Of het nu gaat over het milieu of sociale relaties, er is niets wat echt werkt.
"Majimak babsang", het eerste deel van een trilogie waarvan het laatste deel nog niet werd gemaakt, geeft een surrealistisch-poëtisch beeld van hoe de wereld steeds maar onmenselijker wordt, een wereld waar de mens teveel plaats inneemt. Niet verbazend als je weet dat regisseur Gyeong Tae Roh effectenmakelaar is geweest... "In Azië is film maar een ontspanningsmiddel. Ik moest eerst wetenschapper of advocaat worden. Iets serieus dat financiële zekerheid biedt. Zonder droom noch doel, deed ik zoals de rest". Uiteindelijk waagde hij zich toch aan film. En zijn films, die zijn gemaakt zonder toegevingen en dankzij de vrijwillige inzet van heel de ploeg. Gyeong Tae Roh ontvouwt er zijn talent voor fotografie met een precisie die vergelijkbaar is met die van de Taiwanees Tsai Ming Liang of de Zweed Roy Andersson aan wie hij trouwens zijn film opdraagt.
Met heel weinig dialogen en zo goed als geen camerabeweging evoceert deze opeenvolging van zorgvuldig gecomponeerde satirische beelden hoop in een harde omgeving waar verschillende leefwerelden samenkomen: deze waarin de hoofdpersonages wonen, deze die ze waarnemen, deze die ze dromen en deze waarin de anderen wonen. Nochtans vermijdt "Majimak babsang" miserabilisme en zelfgenoegzaam pessimisme, dankzij het absurde, de humor en de ironie, zelfs in de meest trieste scènes.
Meer info’s + trailer : klik hier.