Met “Evolution” (zie Offscreenings sectie) heeft de Franse cineaste Lucile Hadzihalilovic (°1961, Lyon) pas een tweede langspeelfilm aan haar filmografie toegevoegd, toch werkt ze al lang aan een bijzondere en unieke cinematografische output. Na haar studies kunstgeschiedenis en filmregie, richtte ze met haar toenmalige partner, regisseur Gaspar Noé, de productiemaatschappij Les Cinémas de la Zone op. Ze verzorgde de productie en montage van Noé’s “Carne” (1991) en “Seul Contre Tous” (1998), en regisseerde zelf “La bouche de Jean-Pierre” (1996). Hadzihalilovic is een grote liefhebster van de Europese fantastiek en barokke horror: ze vindt veel inspiratie bij filmmakers als Georges Franju, Jean Rollin of Dario Argento. Dit is goed te merken in haar bevreemdende langspeelfilmdebuut “Innocence” (2004), dat een nagenoeg naadloos tweeluik vormt met “Evolution”. In beide films creëert ze een gesloten en mysterieus universum: een plek in het onderbewuste, een poel waarin het borrelt van het leven en de dood, en waarin de werkelijkheid zich vermengt met droom en nachtmerrie.