prog: 2376
squelettes/rubrique-3.html

Folk on Film

En dan nu, voor het eerst in Nova, een gelegenheid om te kijken hoe folk en film samengaan. Om te zien door welke mythes folk wordt geïnspireerd, maar ook welke mythes folk voortbrengt. Een soms Rousseau-achtige folk (de mooie tradities vs de vreselijke moderniteit), dan weer een Hobbesiaans (die afschuwelijke rednecks), soms Tolstojaans (folk maakt de wereld mooier, brengt ons dichter bij de natuur, een middel tot transcendentie), dan weer quasi revolutionair (het Amerikaanse syndicalisme van Woody Guthrie en later de revolutionaire verbeelding van ‘68). Nu eens kapot gemaakt door het collectivisme, dan weer door de liberale consumptiementaliteit, maar altijd goed gedijend in de intimiteit van een kleine sociale kring. We besteden speciaal aandacht aan zij die met camera, pen of bandopnemer in de aanslag deze muziek hebben vastgelegd. Zij die er films en platen van gemaakt hebben of ervan geprofiteerd hebben voor hun eigen muziek. Alan Lomax, de meest bekende folkverzamelaar, laten we voor een keertje links liggen. Want we gunnen plaats aan andere, minder beroemde figuren... om later weer op hem terug te komen, waarvoor we nu al heel wat ideeën in gedachte hebben!

In deze eerste module van Folk on Film gaat veel aandacht naar de Verenigde Staten. Het moet gezegd zijn dat juist daar de folk, als muziek door het volk en voor het volk, van betekenis is voor de identificatie van een land dat zich laat definiëren door zijn volk zelf. Een project van de Verlichting, dat volgde op de romantische-nationalistische bewegingen van de 19e eeuw, toen Chopin voor Polen, Rimsky Korsakov, Borodin en Moussogrsky voor Rusland, Verdi voor Italië, en natuurlijk Bartok en Kodaly voor Hongarije traditionele muziek hebben gebruikt om er de ziel van volkeren en nieuwe naties mee vorm te geven. Toen was het hofmuziek, muziek voor concertzalen en salons. Met het verschijnen van de langspeelplaat kregen Skip James, Woody Guthrie, Leadbelly, Amerikaanse folk- en blueshelden uit de volksklasse hun eigen stem. De commercie aan de ene kant, de theorieën en verzamelingen van een Alan Lomax aan de andere kant, zorgden ervoor dat populaire muziek, voor de eerste keer in de westerse geschiedenis, de meest beluisterde muziek werd, op hetzelfde moment dat intellectuele muziek de abstractie ontdekte.

Folk on Film toont cinema die zich vragen stelt over de vorm, waarin folk centraal kan staan of simpelweg een bestanddeel vormt van een stijl. De aanwezigheid van Hal Ashby, Arthur Penn, Walter Hill, Miklos Jancso, Les Blank, zou cinefielen, die a priori weinig voeling hebben met folk, moeten aanspreken. Televisie heeft vaak de tijd genomen om folk te tonen, vandaar een uitgebreid aantal vertoningen onder het label “Tele-Folk”. Er zijn veel films van Amerikaanse bodem maar geen concert. Wel zijn er muzikanten en conferenciers die de Waalse folklore, de traditionele Franse muziek, de dansen en volksmuziek van Apulië, de gezangen van het Kabylische volk en traditionele Hongaarse muziek uitvoeren of bespreken. Lees er alles en nog meer over op de hierna volgende pagina’s.



Films + concert

De verborgen Tarantella

De laatste opleving van de volkscultuur van de regio van Apulië in het zuiden van Italië is de Tarantella, of eerder de “Pizzica” (steek) zoals deze dans daar wordt genoemd. Deze dans vloeit voort uit het ritueel van de bezetenheidstrance van de “Taranta” (tarantula). Vandaag wordt de dans uitgevoerd tijdens vrolijke en feestelijke groepsevenementen, door een publiek dat alle generaties overspant en dat samenkomt op feesten. De muziek gonst van de levendigheid en leidt tot echte momenten van volksvreugde.

+ La Taranta

Gianfranco Mingozzi, 1962, 20

In 1961 begeeft Gianfranco Mingozzi zich naar Galatina in Apulië om er de bezetenen van de tarantula te filmen. De cineast baseert zich op “De Aarde van de wroeging”, een studie die Ernesto De Martino ging publiceren na een multidisciplinair etnografisch onderzoek in Salento. Hier nam ook de etnomusicoloog Diego Carpitella aan deel, wiens opnames gebruikt worden in de montage van “La Taranta”. Voor het commentaar richtte Mingozzi zich tot de dichter Salvatore Quasimodo, die in 1959 de Nobelprijs voor literatuur kreeg.

Na de film volgt een gesprek met Alessi Dell Umbria, de auteur van “Tarantella! Possession et dépossession dans l’ex-royaume de Naples”, Edition L’oeil d’or, 2016.

+ Vituccio Terra i Canti

Matteo Greco, Paolo Pisanelli, 2009, ov fr ond, 32

Vituccio, Vito Nigro, de man van de geiten, is niet naar school geweest. Zijn geiten zijn alles voor hem. Hij zou ze nooit verraden. "Om met geiten te leven, moet je meer geit dan geit zijn," legt Vituccio fier uit. Vito Nigro is geboren in 1938, en is herder sinds zijn kindertijd. Zijn vader leert hem zingen en zo werd hij specialist in serenades of de "tarantates".

+ Concert: La Pizzica Nascosta

Mario Salvi, Rafaelle Insera

Mario Salvi is een doorgewinterde accordeonist en musicoloog die sinds vele jaren het traditionele repertoire van de regio van Apulië beoefent. Voor deze gelegenheid wordt hij vergezeld door Rafaelle Insera, een Tammorra-virtuoos uit de baai van Napels.

Deze avond wordt begeleid door Andrea Gagliardi, regisseur die gepassioneerd onderzoek voert naar de volkstradities van het Zuiden van Italië, en stichter van de vzw Aria Pagana.

17.05 > 20:00
8€ / 6€ (soirée / avond)


Film + conférence

Folk in French #1

+ Muzikale lezing Claude Flagel

Claude Flagel woont sinds 1955 in Brussel. Hij is hier naar gevlucht om niet ingelijfd te worden voor de weinig benijdenswaardige Franse koloniale oorlogen…
Hij is zanger en muzikant. Zijn repertoire steunt op traditionele muziek en op oude muziek waar we de lier tegenkomen. We vinden hem op recitals, concerten, in cabarets of in het theater. Op het einde van de jaren ’60 neemt Claude Flagel in België, net zoals René Zosso in Zwitserland, deel aan de folkrevival en slaat hij de brug tussen traditionele en oude muziek.
In 1960 werd hij samen met zijn vrouw Lou, een choreografe die onderzoek verricht naar dans, belast door het Ministerie van Cultuur met een educatief programma over traditionele dans voor jeugdbewegingen en volksdansverenigingen. Om dit programma te voorzien van authentieke geluidsondersteuning publiceren ze “Danses autour du monde”, een collectie album-boekjes die vorm kregen door de wereld in te trekken met de microfoon in de hand en opnemer aan de riem. Hieruit werd het platenhuis Fonti Musicali geboren, een goudmijn voor talloze terreinopnames maar ook voor oude muziek.
In 1969, tijdens een eerste reis naar Hongarije, ontdekken ze de nog zeer levendige danstradities en de methodes van Hongaarse etnomusicologie die Béla Bartok had opgesteld. Ze zijn getuige van de heropleving van de traditionele Hongaarse muziek en ontmoeten allerlei groepen, van Sebö Együttes tot Muzsikas, en ook Vizontö en Kolinda. Ze nemen verschillende albums op die ze uitbrengen voor Hongaarse muzikanten op tournee in Oost-Europa. Hun collectie komt terecht op verschillende labels (zoals Ocora of Le Chant du Monde) en natuurlijk op Fonti Musicali. Van 1975 tot 1982 krijgt de Anthologie van de Waalse Folklore vorm, die afgerond werd met Walen in... Wisconsin! Logisch dus dat we vol enthousiasme Claude Flagel verwelkomen. Hij vertelt ons met passie verhalen over mooie ontmoetingen met uitzonderlijke muzikanten, en hij brengt geluidsopnamen en filmfragmenten mee. Hij zal er ook bij zijn tijdens onze avonden gewijd aan Frankrijk en Hongarije.

+ Le pays des collines

Jacques Vanderheyden, 1975, BE, 16mm > video, fr ov, 88

Sinds het einde van de jaren ’60 herontdekken zangers en muzikanten, net zoals in Frankrijk en elders, de Waalse muzikale folklore en haar repertorium. Er worden groepen opgericht en de stages schieten als paddenstoelen uit de grond. Het is tegelijk ontroerend en komisch om te zien hoe de jaren ‘70 de traditionele muziek herontdekten en er soms gewoon met de pet naar gooiden.
De RTB (de Franstalige omroep die gedeeltelijk gedecentraliseerd was) bracht regelmatig lokale radio-uitzendingen (uit Brussel, Namen, Luik, Bergen, Luxemburg,…), concertuitzendingen, maar ook televisieproducties zoals die film van 90 minuten op pellicule, zonder commentaar, die de kijker de tijd geeft zich in te leven in het onderwerp zonder erin te verdrinken. We zien er Henry Schmidt, een van de laatste Ardeense violisten, in een mise-en-scene waarin hij reist van zijn thuis naar een festival dat hem eer bewijst.
We zien er Claude Flagel, met de zwengel van de draailier in de hand, terwijl hij een ensemble van spinetten, violen en lieren dirigeert, terwijl jongeren met een beetje dezelfde look als vandaag er een beetje eender hoe op dansen… Het is ook de ontdekking van dorpsspelen, waaronder een geniaal kegelspel met asymmetrische ballen, van Waalse en Picardische liedjes, nostalgici die leven in gemeenschap en traditionele processies leiden, een presentatie van de Waalse doedelzak door Jean-Pierre Van Hees, enz.
Het laatste deel van de film gaat over de eerste editie van het festival "Le Temps des cerises", een reeks van drie gelijknamige festivals in de abdij van Floreffe. We komen er Aguigui tegen, de dolkomische Parijzenaar uit Annecy, Julos Beaucarne op scène, een vreemde benadering van het spinet, tal van Waalse folkloregroepen en zelfs een Vlaams zangtrio dat iedereen uit zijn bol doet gaan.

24.05 > 20:00
8€ / 6€ (soirée / avond)


+ Hnifa, une vie brûlée

Ramdane Iftini, Sami Allam, 2008, DZ, video, ar ov fr ond, 60

Hnifa werd geboren in Kabylië. Al snel werd ze in ballingschap gedwongen in Algiers. Haar lotsbestemming is de donkerste verhalen waardig en voerde haar naar beide kanten van de Middellandse Zee. In Parijs werd ze ontdekt in de cabarets, maar het leven lachte haar nog steeds niet toe. Dit leven van lijden wordt verteld in deze televisiefilm. We ontdekken een zangeres met een verbluffende expressiviteit. Een manier van zingen die ze meebrengt uit haar geboortedorp, op basis waarvan ze samen met de muzikanten en auteurs die ze ontmoet een nieuwe, meer stedelijke muziek creëert. Kortom, hetzelfde verhaal als de Auvergnats en de Italianen van Parijs met de musette, de Grieken van Izmir die in Piraeus verbannen zijn met de Rébétiko, en de bluesmuzikanten van Chicago. De gelegenheid om een grote vrouwelijke stem uit Kabylië te ontdekken, als opener van deze avond gewijd aan de zangtradities uit deze streek.

+ Tighri Uzar

Het Tighri Uzar trio, letterlijk "De stem van de wortels", bestaat uit drie zussen: Nadia, Naima en Samia Ammou die traditionele liederen uit Kabylië verzamelen. Deze liederen worden aan hen doorgegeven door hun moeders en ouderlingen uit Yakouren, hun geboortedorp, in een gebied dat door de kolonisten het "Noord-Afrikaanse klein Zwitserland" wordt genoemd.
A capella, met bendir en handgeklap of begeleid door een percussionist brengen ze feestliederen als hartverscheurende klachten met een bedwelmende energie. Zoals in alle traditionele muziek vertelt de kleinste stembuiging ons over de oorsprong van het lied, de kwaliteit van de zanger, van de zangeres. Het is deze precisie van de melodieën en de diepgang van de interpretatie die dit trio uniek maken en die het publiek in Parijse en Marseille, waar ze vaak optreden, in vervoering brengen.

25.05 > 19:00
10€ / 8€ (soirée / avond)


Film + conférence

Folk in French #2

+ Muzikale lezing van Guillaume Veillet

Tien jaar geleden werd de 10-delige CD-box met een bloemlezing van Franse traditionele muziek uitgebracht (Frémeaux & Associés). Guillaume Veillet, voormalig hoofdredacteur bij Trad Magazine, verrukte de liefhebbers met deze eerste in zijn soort in de Franstalige wereld. Het zette het erfgoed van continentaal Frankrijk in de kijker, maar ook dat van Corsica, Wallonië, Quebec, Acadia, Martinique en Guadeloupe aan de hand van meer dan 300 collecties van 1900 tot 2009, onder andere van Veillet zelf. Zijn vriend en tekenaar Robert Crumb, die ook oude 78-toerenplaten verzamelt, vooral musette, ging aan de slag voor de hoes waarvoor hij prachtige tekeningen van draailierspelers maakte, in lijn van zijn portretten van bluesmannen en -vrouwen. Sinds deze release heeft Guillaume Veillet de Alpen doorkruist om de laatste fragmenten van het orale erfgoed te verzamelen, en lanceerde hij samen met Terres d’Empreintes een verzameling platenboeken, onlangs bekroond door de Charles Cros academie. Hoewel deze benadering in Franstalige landen niet altijd dezelfde sexy uitstraling heeft als van Angelsaksische collecties, voeden ze toch de verbeelding van de luisteraars en de repertoires van de revivalisten. Guillaume Veillet vertelt ons over de ontmoetingen en reizen van deze collecties en de opzet ervan met luisterfragmenten en anekdotes.

+ En r’venant de St Hilarion + andere films

René Bonnière & Pierre Perrault , 1969, CA, 16mm > video, fr ov, 29

Dit tweede deel van de avond bestaat uit korte films over traditionele zangers en muzikanten. "En r’venant de St Hilarion’, uit de archieven van Quebec, presenteert zangstonden uit een land waar West-Frankrijk en Amerika vrolijk in elkaar overlopen.
Een duik in het hart van Bretagne en zijn ouderwetse tradities, maar ook prachtige portretten van vioolspelers uit de Auvergne, en verrassingen natuurlijk!

30.05 > 20:00
8€ / 6€ (soirée / avond)


Film + Concert

Folk in French #3

Farrebique + Concert Bal

10€ / 8€ (soirée / avond)


Georges Rouqier, 1946, FR, DCP, fr ov, 90

Met een boerenfamilie uit Rouergue die we vier seizoenen lang volgen rond een vervallen boerderij, maakt regisseur Rouquier ons deelgenoot van aangrijpende momenten uit het traditionele plattelandsleven: een geboorte, de komst van elektriciteit, een mis, een feest... Zozeer zelfs dat we de indruk hebben dat we de resultaten van een collectie zien! Hoewel de film in Cannes geweigerd werd door de snobs aldaar, werd hij stoemelings toch vertoond voor een enthousiast publiek. De scène in de kerk, waar de priester met hallucinerende stem zingt, weerspiegelt een van de bronnen van muziek uit de plattelandswereld van die tijd. En dan is er nog één van de mooiste dansscènes uit de Franse cinema ooit: mannen dansen de bourrée alsof ze over de grond glijden... een scène die de geest van traditionele dans/muziek laat begrijpen en voelen.

+ La Novia

Sébastien Dehesdin, 2018, FR, video, fr ov, 18

Een glimp van het akoestisch bal dat elk jaar door het collectief van La Novia wordt georganiseerd. Ze zetten hun geluidsexperimenten aan de kant om op hun eigen manier terug te keren naar de bronnen. We vinden er een jonge generatie musici zoals Jacques Puech, Guillhem Lacroux, Yann Gourdon, Antoine Cognet, enz.

31.05 > 20:00


Michel Esbelin, Claude Quintard, Olivier Sulpice

Het beste uit de muzikale traditie van de Auvergne... door drie Parijzenaars! We kennen de nauwe band tussen de bergen van de Auvergne en de Franse hoofdstad: de "bougnats" emigreerden massaal en bleven er hun muziek spelen. Het is uit de ontmoeting tussen de "cabrette" (een kleine doedelzak) van het Centraal Massief en de Italiaanse accordeonisten dat de beroemde musettestijl is ontstaan in de Bastille-wijk. Trio des Barreaux Verts staat symbool voor deze geschiedenis. We vinden er de cabrettespeler Michel Esbelin, een groot verzamelaar van de muzikale tradities van de Auvergne (gouden medaille cabrettespelers in 1983), accordeonist Claude Quintard, erfgenaam van een lange reeks muzikanten (zijn oom, Adrien Blancon, was de leerling van de mythische "koning van de cabretaïres", Antoine Bouscatel); en ten slotte banjospeler Olivier Sulpice, bekend van de Franse groep "Debout sur le Zinc".

31.05 > 22:00


15.06 > 19:00
10€ / 8€ (soirée / avond)


Pál Zolnay, 1972, HU, DCP, hu ov eng ond, 85

Een film die zowel bijzonder als typisch voor zijn tijd is. "Fotografia" is strikt genomen geen film over folk. Wel is het een soort van zeer geënsceneerde documentaire die in prachtig zwart-wit de rondreis volgt van enkele jonge "urban hipsters" avant la lettre die foto’s maken van Hongaarse dorpelingen tijdens het communisme. Zij, gewend aan geretoucheerde foto’s waar rimpels en andere levenssporen worden weggevaagd en die lijken op vreemde bevroren schilderijen, zijn allesbehalve verrukt over de prachtige "levende" portretten die de jonge mensen hen aanbieden. Reizend van dorp tot dorp komen ze een smerig familieverhaal tegen waarvan ze de rode draad (letterlijk) willen vinden. Zonder traditionele muziek gaat het toch om een "collectiefilm" waarin Ferenc Sebö, een centrale figuur in de Hongaarse folkrevival, fungeert als een minstreel die de bewoners oproept om hun huizen te verlaten, maar ook als schakel tussen de verschillende scenes. Niet met een draailier (die hij hielp actualiseren) of met traditionele instrumenten, maar met een gitaar componeert hij liedjes of gebruikt hij traditionele melodieën voor dit doel. Aanbevolen door de gebroeders Buharov (Nova-getrouwen), dompelt deze zeer merkwaardige film ons onder in de Hongaarse samenleving aan het begin van de jaren zeventig.

08.06 > 22:00 + 15.06 > 19:00
6€ / 4€


Ferenc Sebö is een belangrijke figuur in de Hongaarse folkrevival vanaf eind jaren zestig. We kennen hem vooral dankzij zijn ensemble Sebö Együttes dat een opvallende plaat uitbracht op een Hongaars label dat al snel werd overgenomen door een Amerikaans label. Naast Musikas en Kolinda liet deze groep mensen van overal kennismaken met het Hongaarse repertoire, dat in de jaren zeventig met enthousiasme werd gespeeld op een relevante manier. Ferenc Sebö was toen te zien in enkele films, zoals de twee die we in Nova tonen, hij zong, verzamelde muziek en was sterk betrokken bij de vernieuwing van de draailier. Zo kruiste zijn pad dat van Claude Flagel. Het werk in Hongarije was minder omvangrijk dan in Frankrijk, Engeland of België, omdat de Hongaarse tradities nog steeds een beetje in stand werden gehouden, hoewel ze door het communisme, het collectivisme en de recuperatie van het woord "volk" ingrijpend werden gewijzigd. Dankzij een samenwerking met het Hongaars Cultureel Instituut in Brussel krijgen we de uitzonderlijke gelegenheid om Ferenc Sebö te verwelkomen. Hij vertelt ons over de twee vertoonde films en brengt een zeldzaam concert in België met Perger László en Barvich Iván (fluit, tambura, draailier en gitaar).

15.06 > 21:00


Még kér a nép

Red Psaume

Jancsó Miklós, 1972, HU, DCP, hu eng ond, 87

Dit is een van Miklos Jancso’s films die in 1972 veel verbazing wekte. Volledig gefilmd in een vlakte, meestal met schoudercamera, en met een adembenemende fotografie, geeft het een dubbelzinnig standpunt over de boerenopstanden in Hongarije aan het eind van de 19e eeuw. Terwijl leger en de kerk worden gehekeld, worden de socialisten veel subtieler behandeld. Ferenc Sebö speelt draailier, en Cseh Tamas, grote Hongaarse zanger met verzorgde teksten, is een minstreel en een van de hoofdpersonages van de film. Het geheel wordt op theatrale wijze behandeld, dicht aanleunend bij Glauber Rocha. De gekozen muziek illustreert de vrijheid en het spectrum van wat volksmuziek in Hongarije en het Westen vertegenwoordigt voor jongeren die erin geïnteresseerd zijn. We horen eerst de Marseillaise en de Carmagnole (liederen die hoop brachten aan het einde van de 19e eeuw, zoals in de niet-Franstalige wereld van de jaren zeventig), maar ook een bewerking van "Johnny’s My Darling", een Schots lied dat tijdens de burgeroorlog door de noorderlingen werd gekaapt, en Hongaarse folklore en liederen van de hand van Tamas.

08.06 > 20:00 + 16.06 > 21:00
6€ / 4€


squelettes/rubrique-3.html
lang: nl
id_rubrique: 2378
prog: 2376
pos: aval