Een das, dat is hét attribuut van de politicus. Voor Front National is het dan ook het symbool van hun zoektocht naar eerbiedwaardigheid: nieuwe naam (Rassemblement National), nieuw discours, nieuwe look. Kortom, een verjongingskuur... Vanuit het idee om jonge politici te filmen botsten Étienne Chaillou en Mathias Théry op Bastien, prille twintiger en al vijf jaar militant voor de extreemrechtse partij. Wanneer de presidentscampagne van start gaat, vraagt zijn overste meer engagement van de jongeman. Hij knoopt de das om als zijn oorlogstenue en hoopt zijn leven in een beslissende richting te duwen. Nu hij het kostuum van de politici machtig is, durft hij te hopen op een politieke carrière. Maar oude kwelduivels zouden zijn ambitie wel eens… de das kunnen omdoen.
“La Cravate” gebruikt een uiterst origineel narratief opzet en laat zich beleven als een roman. Vanuit een zetel, recht in de camera kijkend, leest Bastien zijn eigen levensverhaal voor zoals het geschreven werd door de regisseurs. Hij geeft bijval, voorziet het van commentaar of verliest zich erin, zoals alle lezers ("Ben ik een klootzak?" vraagt Bastien aan de camera). In voice-over ontrollen de regisseurs dezelfde verhaallijn die ze illustreren met terzijde gefilmd materiaal. "We begrepen dat een direct discours over een partij die we willen bestrijden contraproductief kon zijn", lichten de regisseurs toe. "De kracht van de roman is om de aandacht te vestigen op een personage dat ons toelaat om tot een bepaald milieu door te dringen. We besloten dat het de rol van Bastien zou zijn om ons de codes te geven om de extreemrechtse partij te begrijpen en niet omgekeerd. Elke stap in zijn relatie met FN (hang naar autoriteit, respectabiliteit, verstoppen van oude trauma’s...) leert ons iets over de partij zelf.
Door gebruik te maken van de taal van de fictie met beelden als een stomme film die plaats laat voor de literaire neerslag in voice-over neemt "La Cravate" de omgekeerde vorm aan van een militante documentaire en kan daarmee de valkuilen van het genre vermijden. Naarmate het verhaal vordert, wordt de opsmuk van Bastien en de partij geleidelijk aan ontmanteld. Het legt de geaffecteerde manier bloot hoe ’communicatie’ het haalt op politiek. Alles wordt een kwestie van discours. Door er geen verhoor van te maken, geen politieke tegenstanders op te zoeken of te verwijzen naar een moreel beginsel, maar de positie in te nemen van de schrijver die “eerder tracht een zo subtiel en correct mogelijk portret te schetsen”, deconstrueren de regisseurs het discours dat hen aangebracht wordt. Daarin kunnen ze de ruimte vinden om het verhaal vanuit hun eigen standpunt te herschrijven zonder hun personage direct tegen te spreken. Door die narratieve ingreep krijgt hun verhaal een echte, actieve inslag waarmee ze de netelige ethische kwestie van tendentieuze manipulatie weten te omzeilen. Net in die afwachtende houding zit alle kracht, precisie en eerlijkheid van deze film gebald.