De documentaire “Inferno Rosso - Joe D’Amato on the Road of Excess” gaf de aanleiding tot deze hommage aan een onvolprezen meester van de Italiaanse genre en exploitation cinema, Aristide Massaccesi (1936 - 1999) beter bekend onder zijn pseudoniem Joe D’Amato. In een carrière van bijna 45 jaar maakte hij meer dan 200 films als producent, regisseur, scenarist, of DOP. Een ambachtsman van de cinema, zoals hij zichzelf graag noemde, die werkte in alle filmgenres: spaghettiwestern, peplum, oorlogsfilm, giallo, komedie, en postapocalyptische science fiction. Maar zijn cultreputatie ontleende hij vooral aan zijn horror, erotische en hardcore output. D’Amato was, net zoals generatiegenoten Lucio Fulci, Umberto Lenzi en Sergio Martino, een product van de gehaaide Italiaanse exploitation filmindustrie, gespecialiseerd in het snel produceren en rentabiliseren van cycli “low-budget” imitaties en “rip-offs” van internationale kaskrakers. Dit systeem bracht veel makkelijk vergeet- en verteerbare pulp voort maar in het beste geval resulteerde het in bizarre, taboedoorbrekende genrekruisingen vol zinnenprikkelende en sensationele “set pieces”, gedrenkt in een esthetiek van uitersten. D’Amato’s bekendste werk omvat horror/porno hybriden zoals “Erotic Nights of the Living Dead” (1979), evenals vijf films in de sexploitation reeks “Black Emanuelle” (1976-1978) met Laura Gemser in de hoofdrol. In het horrorgenre wordt hij vooral herinnerd om de gotische huiver van “Death Smiles on a Murderer” (1973) en zijn groteske grand guignol chef d’oeuvre “Antropophagus” (1980), met de imposante George Eastman in de hoofdrol. Eastman, echte naam Luigi Montefiori, werd D’Amato’s “partner in crime”, schreef scenario’s voor zijn films en floreerde in het van “Mad Max” afgekeken post-apocalyptische subgenre met als één van de zotste epigonen “Engame” (1983), D’Amato’s eigen favoriete film. Naast de documentairemaker Manlio Gomarasca, komen ook de Italiaanse SFX en make-up artiesten Mauricio Trani en Pietro Tenoglio, die meewerkten op enkele van D’Amato’s filmsets, getuigen van het vakmanschap en de nalatenschap van deze “sleaze & exploitation” maestro die van buitensporigheid zijn handelsmerk maakte.